Voorbij woorden - sfeerimpressie van Plum Village



(geschreven voor B-magazine, studentenmagazine Taal- & Letterkunde)

 

Je moet niet alleen, om de plek te bereiken
thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken.
Er is niets te zien, en dat moet je zien
om alles bij het zeer oude te laten.
'De Plek' – Herman de Coninck

Vorm is leegte.
Leegte is vorm.
Vorm is niets dan leegte.
Leegte is niets dan vorm.
Alle dingen zijn leeg.
Ze kennen geen ontstaan en geen vergaan.
Hartsoetra


5u15. Opstaan. Te vroeg, ik wil nog blijven liggen. Ik zie hoe de gedachte om te blijven liggen zich vormt – wat een opmerkelijke gedachte – en weer we ggaat. Alles gaat voorbij. Dat is de enige zekerheid die je hebt. Ergens vaag in mijn achterhoofd hangt het bewustzijn dat ik moe zou moeten zijn, dat ik me aangevallen zou moeten voelen door het geluid van mijn wekker zo vroeg in de ochtend, dat ik me zou moeten verzetten. Andere gevoelens, andere strijd, andere tijden.
Ik kom overeind en haal drie keer diep adem. Ik leef! Mijn lichaam zet zich in beweging. Ik kijk toe hoe mijn lichaam beweegt. Het laddertje van het stapelbed af. Voeten in slippers. En stappen. De kamer door. De trap af. Stap. Stap. Alles slaapt nog, de mantel van de nacht omsluiert alles. Er zijn enkel mijn stappen en mijn omsluierd-zijn.
Wassen. Ik voel een washand over mijn lichaam glijden. Ik voel hoe mijn handen over mijn lichaam strijken. Lichtjes. Alsof ik de naakte rug van een vrouw streel. Alsof een vrouw mijn naakte rug streelt. Ik voel gedachten opkomen, maar nog voor ik ze kan denken worden ze weggestreeld. Ik ben een god in het diepst van mijn niet-gedachten.
Kleren glijden zacht rond mijn lichaam. De kille lucht verdwijnt. Hmm, warm. Ik trek mijn T-shirt aan alsof dat het eerste T-shirt was dat ik ooit aantrok. Ik trek een broek aan alsof dat het enige in de wereld was dat er toe deed, en een trui alsof het de enige trui op de hele wereld was. De wereld rondom mij lijkt te verdwijnen – als een boom valt in een bos, en niemand hoort het, bestaat die boom dan wel?
Ik kom buiten en wandel naar de meditatiezaal. Al ben ik er al, in feite. In meditatie. Al ben ik er nooit weggeweest sinds ik er de laatste keer wegging. In feite is dit alles één grote meditatiezaal. Ik zet me neer waar ik al zat. Mijn lichaam volgt gewoon mijn geest. Er is niet langer een onderscheid. Er is niet langer eenderwelk onderscheid.
Ik zit. Een monnik zingt de ochtendzang. Ik zing mee. Klanken wellen op in mijn keel en gaan op in het geheel. Er is enkel nog geluid. Er is enkel nog gezang, binnen mij, buiten mij. En ergens daartussen zweeft mijn stem. Ergens daartussen verdwijnt mijn stem. Ergens daartussen verdwijnt mijn ik.
Ik zit. Nu zit ik echt. Nu zit ik enkel nog. Gedachten glijden voorbij. Ik kijk naar ze als naar de wolken die op een zonnige lentedag voorbijdrijven – hé is dat een konijn? Ik zit. Ik haal adem. In. Uit. Ik zit. Waar zou de les straks over gaan? Ik zit. Ik haal adem. Zou ik meedoen aan de gespreksgroep vanavond? Ik zit. Ik haal adem. Ik zit.

“ Kan je iets schrijven over je retraite?” vroeg ze. Het verlangen komt in me op om de ervaring in woorden proberen te vatten. Ik moet onwillekeurig lachen. Alsof zoiets zomaar in woorden te vatten is. Vorm is leegte. Alsof een ervaring anders dan ervaren kan worden. Alsof het leven anders dan geleefd kan worden. Leegte is vorm. Het zou zijn als een gedicht willen vervangen door zijn interpretatie. Nee, ik wil helemaal niets in woorden vatten. Ik mag dan wel schrijven, maar dat is zonder de bedoeling te schrijven. Ik zit gewoon achterover geleund en laat de gedachten komen. Indrukken komen terug.

Terug buiten in Plum Village. De zon schijnt. De vogels fluiten in de bomen, maar zitten in mijn oren. Het landschap ontrolt zich voor me, maar zit in mijn ogen. Mijn neus is op de feitelijkheid gedrukt. De dingen zijn daar. Echt. Het is alsof ik in het luchtledige zit en er geen afstand bestaat tussen mij en wat rondom mij is. Het is alsof tijd en ruimte ophouden te bestaan. Het is alsof er enkel hier en nu is, en alsof dat het enige is wat er ooit geweest is en er ooit zal zijn.
Ze zeggen wel eens dat mensen vlak voor ze sterven hun leven voorbij hun ogen zien flitsen. Dat is niet waar. De waarheid is dat je je hele leven al bent, op dit eigenste moment, al doen sommige mensen er hun hele leven over om daar achter te komen, om te worden wat ze hun hele leven al waren: wie ze zijn. De waarheid is dat alles wat je ooit gedaan hebt, vervat zit in wie je nu bent, en dat alles wat je ooit doet, is wat je nu doet. Maar je moet wel stoppen met alles te doen, om dat te beseffen, om dat te zijn.

Mijn vingers springen over het toetsenbord. Mijn hart bonkt in mijn keel. Waar kan ik dit verhaal afsluiten? Kán ik dit verhaal afsluiten? Alsof daarmee alles gezegd zou zijn. Alsof alles gezegd zou kunnen worden. Weet je, in werkelijkheid is er geen einde, en ook geen begin trouwens. Geen ontstaan en geen vergaan. Deze tekst was niet het begin, ze komt voort uit een ervaring die zelf ook niet het begin was. Deze tekst is ook niet het einde, ze eindigt nu tussen jouw twee oren – klop klop, ja? hallo, hier ben ik – maar ook dat is geen einde. Alles gaat voorbij, zonder dat er ooit een plek aan te duiden is die begin of einde is. Dat is de enige zekerheid. Ook deze woorden gaan voorbij zonder einde. En het einde, dat ligt voorbij woorden. The end.


Er is hier. Er is tijd
om overmorgen iets te hebben achtergelaten.
Daar moet je vandaag voor zorgen.
Voor sterfelijkheid.
'De Plek' – Herman de Coninck

Comments

  1. Een Engelse vertaling is vanaf vandaag te lezen op de website van Wake Up, www.wkup.org

    ReplyDelete

Post a Comment

Popular posts from this blog

A Walk With God

Gewoon jezelf zijn - waarom ik geen monnik werd

The Joy of Having a Body